Chelus fimbriatus
   
Naam: Matamata of Franjeschildpad
Grootte: Maximaal 50 centimeter
Verspreidingsgebied: Noordelijke landen van Zuid-Amerika; Het amazone gebied, Peru, Venezuela, Guiana, en Brazilië. Bolivie, Ecuador, Colombia, Guyana, Suriname en Trinidad.
Leefomgeving: Rustig stromende rivieren
Gedrag: ’s avonds en ’s nachts actief
Eten: Voornamelijk vis
Winterslaap: Nee
Kenmerken: Het rugpantser, met op elk schild een bult, zodat hij drie bultige kielen heeft, is ruw en concentrisch gegroefd. Het is donkerbruin tot grauwbruin van kleur, maar vaak zo begroeid met algen, dat het een bealgde steen lijkt.
Het kleine buikpantser is geelbruin.
De grote, driehoekige, platte kop en de hals zijn even lang als het rugpantser en zijn bedekt met grote huidfranjes, zodat dit een vormloos uiterlijk krijgt. De ogen zijn erg klein en de snuit is verlengd tot een slurf. Het dier gebruikt dit slurfje als een snorkel, door liggend in ondiep water van tijd tot tijd de hals te strekken en net boven water lucht te ademen.
De matamata lokt zijn prooi vermoedelijk met de genoemde franjes, die mogelijk op eetbaar afval lijken. Is de prooi de kop van de matamata dicht genoeg genaderd, dan spert de schildpad zijn enorme muil open en veroorzaakt hierdoor een onderdruk in de bek, waardoor de prooi als het ware naar binnen wordt gezogen. De prooi wordt nog even in de bijna gesloten bek vastgehouden, het naar binnengestroomde water naar buiten gewerkt en de prooi daarna in zijn geheel doorgeslikt. De staart is vrij kort.
Temperatuur: Water temperaturen tussen 26-28 graden, lucht temp rond de 30 graden
Bijzonderheden: Deze schildpad is alleen voor de ervaren schildpad houder!
Waterwaarde ph van 4,5 tot 5,5 vereist