Naam: |
Indochinese waterdoosschildpad |
Grootte: |
Maximaal
20 centimeter |
Verspreidingsgebied: |
Azië;
Zuid-Oost China, Noord Vietnam, Cambodia, Laos en Hainan |
Leefomgeving: |
Voornamelijk
in ondiepe poelen, vochtige wouden op tamelijk grote hoogte en ruig
bosachtig hoogland |
Gedrag:
|
Overdag
actief |
Eten: |
Vlees,
vis en fruit |
Winterslaap: |
Nee |
Kenmerken: |
Het
rugpantser is hoog en gewelfd, het breedste deel bevindt zich net
achter het midden en is glad omrand. Bij jonge dieren is een gewervelde
kiel aanwezig, maar die verdwijnt naarmate de dieren ouder worden.
Over de lengte van de rugschilden loopt een smalle, gele tot cremekleurige
streep. Aan weerszijden van deze streep loopt een brede, donkerbruine
tot olijfkleurige streep die vaak een gespikkeld patroon met donkere
puntjes vertoont die de rest van de wervels en het bovenste deel van
de zijwervels bedekt.
Het buikpantser is groot en kan zich helemaal sluiten. Het buikschild
is donkerbruin tot zwart van kleur.
De kop is wat puntig en is geel, lichtgroen tot grijs van kleur. Bij
jonge dieren kunnen er donkere stippen op voorkomen. De kin en keel
zijn geel tot cremekleurig. De poten en staart zijn olijf tot grijskleurig.
|
Bijzonderheden: |
Deze
schildpad vertoeft meer op het land dan in het water.
Hij verlangt een moerasterrarium met een hoge vochtigheid en veel
warmte.
± 70% landdeel / 30% waterdeel |
|
|