Naam: |
Mississippi landkaartschildpad |
Grootte: |
Maximaal
26 centimeter |
Verspreidingsgebied: |
Het
zuiden van de Verenigde Staten; Iowa en Illinois, het oostelijk deel
van Nebraska, Kansas, Oklahoma en Texas, Missouri, Arkansas, Lousiana,
het westelijk deel van Tennessee alsmede Mississippi. |
Leefomgeving: |
In
poelen en meren met voldoende planten, vissen en insecten. Rivieren
en rustige wateren met modderige bodems. Ook komt hij aan de kust
incidenteel wel in brakwater voor. |
Gedrag:
|
Overdag
actief
Ze zijn vrij schuw en schieten bij onraad meteen het water in. |
Eten: |
Vlees,
vis en af en toe wat groen |
Winterslaap: |
Uitsluitend
in hoger gelegen gebieden |
Kenmerken: |
Te
herkennen aan 2 gele halve manen op de kop. En witte ogen.
Het rugschild is ovaal en aan de achterzijde sterk getand. Over het
midden van het schild loopt een duidelijke lengtekiel, die voorzien
is van naar achteren gerchte knobbels. De kleur van het rugschild
is olijfbruin tot bruin met een onregelmatig lichtbruin netpatroon,
dat enigszins is te vergelijken met een landkaart.
Het buikschild is geelbruin en vertoont bij jonge dieren een variabel
patroon van dubbele donkere lijnen. De overgang tussen rug- en buikschild
is lichtbruin met een onregelmatige donkere strepentekening. De kop
is grijsgroen, met een gele (soms oranje) tekening. Over het midden
van de kop loopt een lengtestreep. De kin heeft een onregelmatig geel
vlekkenstreeppatroon. Zowel de nek, poten, weke delen als de staart
zijn grijsgroen met een gele strepentekening. |
Temperatuur: |
Tussen
20 en 25 graden |
Bijzonderheden: |
Het
zijn zeer goede zwemmers. |