Naam: |
Indische
klepweekschildpad |
Grootte: |
Maximaal
37 centimeter |
Verspreidingsgebied: |
Ceylon,
Pakistan, India, Nepal, west Burma, Sri Lanka en Bangladesh |
Leefomgeving: |
Bepaalde
exemplaren geven er de voorkeur aan om in rustig water te verblijven.
Anderen geven de voorkeur aan een stromende rivier |
Gedrag:
|
Overdag
actief |
Eten: |
Voornamelijk
dierlijk voedsel |
Winterslaap: |
Nee |
Kenmerken: |
Het
bijna ronde rugpantser is matig gewelfd en is olijfbruin van kleur,
met talrijke gele punten. De buik is zacht en het voorste deel is
beweegbaar. Over de achterpoten zitten beweeglijke huidlagen, waaronder
ze ter bescherming teruggetrokken kunnen worden. Het dier heeft een
lange nek met een plompe kop en een korte slurf. De lippen zijn dik
en vlezig. De poten hebben grote zwemvliezen. |
Temperatuur: |
Tussen
22 en 30 graden |
Bijzonderheden: |
Hoewel
ze bij andere soorten schildpadden gehouden kunnen worden, is het
beter deze schildpadden apart te houden. Beschadigingen aan pantser
en poten kunnen anders snel optreden, met alle nare gevolgen van dien.
Hij komt weinig op het land om te zonnen, houdt zich het liefst vlak
onder de waterspiegel op.
Cites II beschermd! |