Naam: |
Noordelijke slangenhalsschildpad |
Grootte: |
Maximaal
32 centimeter |
Verspreidingsgebied: |
Noord
Australië; In het noorden van Queensland en Zuidelijk New Guinea |
Leefomgeving: |
Rivieren,
lagunes, beekjes, moerassen, meren, rijstvelden, ondiepe plassen en
langzaam stromende rivieren |
Gedrag:
|
Overdag
actief |
Eten: |
Vlees,
vis en waterplanten |
Winterslaap: |
Nee |
Kenmerken: |
- |
Temperatuur: |
Tussen
24 en 28 graden |
Bijzonderheden: |
Het
dier heeft een groot watergedeelte nodig en een plaats boven het water
om te kunnen zonnen.
Deze rustige waterschildpadden zijn niet stressgevoelig.
Waterwaarde PH van 4 tot 4,5 is aan te raden. Door de lage zuurgraard
blijft de bacteriedruk laag. |
|