Naam: |
Muskusschildpad |
Grootte: |
Maximaal
14 centimeter |
Verspreidingsgebied: |
Zuiden
van Canada en het Zuid-Oosten van de Verenigde Staten |
Leefomgeving: |
Alle
stromende rivieren, beekjes, meren, poelen en kanalen met zachte bodems |
Gedrag:
|
’s
Avonds en ’s nachts actief, afhankelijk van de temperatuur |
Eten: |
Vis,
vlees en af en toe wat groen |
Winterslaap: |
Uitsluitend
de exemplaren die in het Noordelijk gebied leven |
Kenmerken: |
Een
muskusschildpad heeft in het buikschild één scharnier,
d.w.z. een lijn overdwars waar het schild enigszins kan buigen.
Het rugpantser is langgerekt en hooggewelfd. Jonge dieren hebben drie
onduidelijke lengtekielen, die bij het ouder worden geheel verdwijnen,
zodat volwassen dieren een geheel glad pantser hebben. Het rugpantser
is zwartachtig. Het geelachtige buikpantser heeft donkere vlekken
op de schilden, is veel kleiner dan het rugpantser en is door een
dwarsscharnier in tweeën gedeeld. Kop en poten zijn zwart en
over de zijkanten van de kop, onder de ogen, lopen twee gele lengtestrepen.
|
Temperatuur: |
Tussen
20 en 28 graden |
Bijzonderheden: |
Deze
dieren zijn echte waterbewoners, die zeer zelden op het land komen
om te zonnen. |
|
|