- Natuurlijke leefomgeving







Iedere schildpadsoort heeft zijn eigen natuurlijke leefomgeving.
Enkele voorbeelden:

Roodwang (Trachemys scripta elegans)
Het natuurlijke biothoop van deze schildpad zijn zwak stromende riviertjes en meren. Ze zijn gewoonlijk aan de oever te vinden, maar ook kruipen ze wel op boomstammen om enkele uren lekker van de zon te genieten.

Pauwoogsierschildpad (Trachemys callirostris callirostris)
Ze zijn terug te vinden in en bij vijvers, in greppels, in en langs moerassen en kalm voortkabbelende rivieren.

Zaagruggen (Graptemys spp.)
In het wild komen ze erg talrijk voor in vijvers, moerassen en rustig stromende rivieren. Ze benutten graag scheve vlakken van drijvende boomstammen om te zonnebaden.

Sierschildpadden (Chrysemys spp.)
Ze leven overwegend in meren en in langzaam stromende wateren, waar een rijke plantengroei, drijvend of niet, dekking en voedsel aanwezig is.
Ook houden ze ervan om te zonnebaden aan de oever.

Het is belangrijk de huisvesting zoveel mogelijk na te bootsen als in de natuurlijke levensomgeving.


- De huisvesting in gevangenschap


Schildpadden zijn erg gevoelige dieren en stress moet dan ook vermeden worden. Haal ze niet te vaak uit hun bak. Alleen maar om de bak te verschonen, of te controleren op ziektes.

Laat de schildpad nooit los lopen over de
vloer. Ze zijn erg vatbaar voor tocht. Dit kan tot een verkoudheid en zelfs tot longontsteking leiden.
Het verblijf dient gedeeltelijk aan de bovenkant dicht te worden gemaakt, om eventuele ziektes te voorkomen.


Plaats waterschildpadden in een aquarium, terrarium of paludarium.
Klik hier voor een artikel over het maken van een mooie binnenvijver.


Het aquarium kan versierd worden met (nep)planten, maar geen giftige planten.
Alle waterplanten die in de dierenwinkel verkocht worden zijn niet giftig.
(Klik hier voor een lijst van giftige planten.)
Veel waterschildpadden zijn alleseters. De planten zullen daarom ook gulzig worden gegeten.
Ook kunnen ze erachter schuilen. Door hun wild gezwem kunnen ze de planten er wel uitrukken.

Let er op dat de meeste waterschildpadden uitstekende klimmers zijn.

Waterschildpadden die erg van grote verschillen kunnen de ledematen afbijten of erg agressief worden tegen elkaar. Het is daarom geen goed idee deze bij elkaar te plaatsen.
Plaats ook geen verschillende soorten waterschildpadden bij elkaar.
Een waterschildpad kan prima alleen leven.

Het is belangrijk zieke dieren te isoleren en apart van de gezonde dieren verzorgen.
Plaats een nieuwe waterschildpad niet zomaar bij een bestaande (gezonde) waterschildpad, voordat u overtuigd bent van de gezondheid.

Maak handen en gereedschappen steeds schoon met een desinfecteerd middel.



Het snelle onderduiken vanaf het landgedeelte met zonplek, is in de natuur een reactie van levensbelang.
Plaats daarom het aquarium in een rustig gedeelte van de kamer.

Indien de huisvesting niet goed is (bijvoorbeeld een te lage watertemperatuur) kan het zijn dat ze weigeren te eten.


- De grootte


Iedereen kent wel de bekende 'plastic palmboomparadijsjes'. Die zijn zeker NIET voldoende! Een waterschildpad die in een te kleine huisvesting woont, krijgt absoluut gezondheidsproblemen en het kan zelfs tot de dood leiden.


Een goedkoop aquarium van 60x30x30 wordt echt snel te klein.
Het beste is meteen een 80 á 100 cm lang aquarium aan te schaffen.
Jonge waterschildpadden groeien vooral in hun jonger
e jaren hard.
Kies voor een minimale breedte van 50 á 60 cm.



De hoogte van het verblijf dient zo hoog mogelijk te zijn. 50 cm en hoger is echt vereist.
De waterhoogte is per schildpadsoort anders. De waterhoogte van een Trachemys, Chrysemys en Graptemys moet MINIMAAL de hoogte zijn als de lengte van het schild.
Hoe hoger hoe beter, zo kan de zwemruimte die ze hebben optimaal benut worden. Want het zijn echt zwemmers.


- Het landgedeelte


Een waterschildpad heeft ook ongeveer 1/4 á 1/3 landgedeelte nodig.
Het is nodig om eens lekker te zonnen. En af en toe eens goed op te drogen.
Ook is het noodzakelijk voor het gezond vervellen en het opnemen van zonlicht.
Gebruik een mooie platte steen, kurk of stuk hout, dat geeft een meer natuurlijk uitzicht.
Het voordeel van een drijvend eiland is dat de waterschildpadden er onderdoor kunnen zwemmen en dus meer ruimte hebben.

De eisen van een landgedeelte:
- Gemakkelijk te bereiken zijn
- Goed droog zijn
- Geen stoffen afgeven die giftig zijn
- Geen scherpe randen hebben
- Niet aan te 'knagen' zijn
- Stevig vastzitten
- Schoon te maken zijn

Zand op het eiland

Vrouwelijke waterschildpadden leggen eieren. Ook zonder een mannelijke waterschildpad.
Een vrouwelijke waterschildpad heeft daarom een eierafleggedeelte nodig.
Dit eierafleggedeelte maakt u met zand. Ze graven hun eieren in het zand.
Gebruik voegzand, rivierzand of metselzand. Maar met voorkeur reptielenzand, aquariumzand en speelzand. Dit zand is behandeld tegen schimmelgroei, insekten, schadelijke stoffen maar vooral is het afgerond zand (niet scherp).
Als er geen zand aanwezig is op het eiland, is het mogelijk dat het vrouwtje legnood krijgt. Ga dan langs een (reptielen)dierenarts.

Tip: Koop via onze webshop een aquarium voor vrouwelijke waterschildpadden.


- Het water


Het watergedeelte is 3/4 á 2/3 van het verblijf.
Waterschildpadden zijn koudbloedig. Dit betekent dat de omgeving de lichaamstemperatuur bepaald.
Als de omgevingstemperatuur laag is verminderd dit de eetlust en beweeglijkheid.
De beste temperatuur is afhankelijk van de soort. Bepaal daarom eerst de temperatuur door te kijken waar de schildpad voorkomt.

Voor een Trachemys, Chrysemys en Graptemys is een temperatuur tussen de 20 en 26 graden Celsius prima.

Hiervoor kunt u indien nodig een verwarmingselement kopen.
Deze bestaan meestal uit glas. Waterschildpadden kunnen deze stuk maken, waardoor het water onder spanning kan komen (kortsluiting) te staan. Om dit te voorkomen kunt u een verstevigde verwarmingselement kopen. (Verkrijgbaar bij onze webshop)





- Een schone bak


Zowel op het land als in het water levende schildpadden is het noodzakelijk dat de huisvesting zeer goed schoon gehouden word, daar doen ze hun behoefte in en de restjes van het eten verrotten ook.

Mits u geen sterke filter heeft dient u minstens éénmaal per week al het water te verversen. Schildpadden kunnen ook ziektes krijgen van vies water.

Gebruik nooit schoonmaakmiddelen in het water. Dit kan schadelijk zijn voor de waterschildpad.


- Een filter


Het verblijf heeft een behoorlijk groot filter nodig, omdat waterschildpadden de boel goed vervuilen.
U kunt kiezen voor een buiten- of een binnenfilter.
Laat een filter 24 uur per dag aan.

Een buitenfilter heeft veel voordelen:
- G
rotere capaciteit
- Verliest geen ruimte in het aquarium
- Heel wat minder vaak schoonmaken
- Maakt geen geluid in het aquarium




- De lamp


Boven het landgedeelte hoort een warmtelamp en een UVB lamp.
Voor de opname van vitamine D3 is een speciale lamp nodig. Deze lamp geeft de benodigde UVB af en is in verschillende soorten en maten te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld TL's, spaarlampen en als een combinatiespot.
Bij een TL of spaarlamp is er altijd een 2de warmtelamp noodzakelijk. Bij een combinatiespot die zowel UVB als warmte afgeeft, is er geen extra warmtespot nodig.

Combinatiespot


Een TL buis geeft dus geen warmte af. Maar zorgt wel voor meer licht.
Spaarlampen zijn niet te gebruiken als warmtelamp, want ze geven vrijwel geen warmte.

Schildpadden kunnen zich wel degelijk zelf verbranden.
De beste temperatuur onder de warmtelamp is 35 tot 38 graden.
Zorg ervoor dat ze de lampen niet aan kunnen raken.
De lamp zorgt tevens voor een aangename luchttemperatuur.

Tussen de uv-lamp en het water/landgedeelte mag geen glas zitten. Glas houdt namelijk de uv straling tegen.

De lampen mogen de gehele dag aanstaan. Zodra het donker is, gaan de lampen uit en gaan de schildpadden slapen. Laat de lampen in de zomer langer aan. En in de winter korter.

UV spaarlampen en combinatiespots kunnen niet gedimd worden.
Het komt niet ten goede van het "UV-spectrum".
Door het ontwerp van de lamp kan hij alleen op vollast werken.
Bij geringe daling van de netspanning gaat de lamp direct uit.
UV TL buizen kunnen met sommige dimmers wel gedimd worden, afhankelijk
van het type (hoog frequent dimmers), deze zijn wel vrij prijzig.


- Lucht- en/of circulatiepomp


Er ontstaat vaak een glad laagje op het wateroppervlak (Lees; dode wateroppervlak).
Dit is eenvoudig op te lossen door een circulatiepomp of filteruitlaat net onder of boven het wateroppervlak te plaatsen.
Hierdoor ontstaat er stroming in het water, waardoor er geen dood wateroppervlak kan ontstaan.
Een luchtpompje met belletjes geeft ook een speels effect en werkt ook erg goed tegen het dode wateroppervlak.




- Bodembedekking


Er zijn diverse mogelijkheden om op de bodem van het verblijf toe te passen.
Wel is dit soortgebonden.

Zand
voegzand, rivierzand of metselzand. Maar met voorkeur reptielenzand, aquariumzand en speelzand. Dit zand is behandeld tegen schimmelgroei, insekten, schadelijke stoffen maar vooral is het afgerond zand (niet scherp).

De waterschildpadden graven er ook in op zoek naar voedsel. Sommige soorten graven ook zichzelf in. Zorg voor juist die soort voor een dikke laag.

Steentjes
Gladde kiezels bijvoorbeeld.
De waterschildpadden graven er ook in op zoek naar voedsel.

Combinatie 'zand en steentjes'
De natuurlijke leefomgeving bestaat uit een combinatie van geslepen zand en steentjes.




- De zomerzon


Voor de gezondheid van de waterschildpadden is het heel goed om ze in de zomers als het flink warm is buiten te zetten.
Vanwege de opname van Vitamine D3 die van de (UVA en UVB) zon afkomt.
U kunt dit natuurlijk in de tuin doen, maar het kan zelfs op een balkon. Of via een vijver.

Zet ze nooit buiten in een aquarium. Als het glas te snel opwarmt wordt het water extreem heet.



Het verblijf dient zo goed te zijn afgesloten dat er geen katten, mollen, reigers, eksters en andere dieren bij kunnen.
Plaats het verblijf zo, dat zo lang mogelijk (minstens de halve dag) zon op het land- en watergedeelte staat. Er moet ook gedeeltelijk schaduw zijn. De waterschildpadden kunnen over verhit raken op hete dagen, als ze niet kunnen verstoppen. Zorg ervoor dat ze niet op de tocht zitten, vanwege verkoudheden en longontsteking.

Een eiland kan gemakkelijk gemaakt worden van rotsen, boomstronken of kurk.

Waterschildpadden zijn goede klauteraars. Als ze met hun scherpe klauwen houvast krijgen, kunnen ze bijna loodrechte wanden beklimmen (gebruik dus geen gaas). Het best is een omheining die naar binnen overhelt.
De omheining moet ongeveer 40 tot 50 cm hoog zijn en ongeveer 20 cm in de grond gegraven zijn.
U kunt een omheining maken van bijvoorbeeld hout, betonplaten etc.


Wilt u waterschildpadden het hele jaar door buiten huisvesten in een vijver?
Lees dit dan eens.

 
© Waterschildpad.info